Claim met Vermogen ! Concept |
|
|||||||
Fraude bij Kifid Nadat ik 2013-2014 met een afwijkende strategie meer dan 10 langlopende zaken glansrijk had gewonnen en diverse schikkingen kon treffen, is Kifid gaan draaien en sjoemelen ten opzichte van diens eerdere lijn op basis van arresten van de Hoge Raad van 5 juni 2009 en dan met name ECLI:NL:HR:2009BH2815 (NJ 2012, 182): "4.4.2 Indien het voor [De T.] onvoldoende duidelijk was, had het op zijn weg gelegen zich, al dan niet met hulp van anderen , inspanningen te getroosten de strekking van de overeenkomst wél te begrijpen" Met als raadsheer prof. mr. A. Hammerstein, bestuursvoorzitter Kifid. Nagevolgd door zijn eigen Kifid, tot herfst 2014: "4.2.4 Dat klemt te meer omdat Aangeslotene het product voor een breed publiek beschikbaar heeft gesteld en het niet rechtstreeks, doch via tussenpersonen heeft aangeboden. Zodoende heeft Aangeslotene zich voor de kwaliteit van de informatieverstrekking ten dele afhankelijk gemaakt van die tussenpersonen" Op 2 april en 26 mei 2014 vinden een viertal hoorzittingen plaats bij de Commissie van Beroep Kifid in Den Haag. Dit betreft de uitspraken GC-2013-331, GC-2014-09, GC-2014-10 en GC-2014-08.Voornaamste reden voor beroep was de weigering van AEGON om de bindende adviezen (geheel) uit te voeren. Wat hebben we op beide dagen nog even smakelijk gegniffeld om dat rare Hofmodel, waar ook AEGON in haar pleitnota niets van moest hebben en waarvan de Geschillencommissie nog oordeelde:"4.2.8 Voorts is niet gebleken van enig concreet onderzoek naar de mate waarin Consument in staat zou zijn de financiele gevolgen te dragen van een contract dat onverhoopt zwaar verliesgevend zou aflopen. Aangeslotene heeft slechts bij gebrek aan wetenschap betwist dat het inkomen en de vermogenspositie het aangaan van de overeenkomst in redelijkheid niet zou toelaten" Maar dan. Op 1 juli 2014 doet de Commissie van Beroep onder voorzitterschap van mevrouw C.A. Joustra (rechter bij gerechtshof Amsterdam) de opvallende uitspraak GCHB 2014-021 Nadat desbetreffende klacht al 'niet-ontvankelijk' was verklaard en dus niet inhoudelijk werd beoordeeld, tot slot toch nog snel even deze sneaky 'overweging ten overvloede ': "4.14.3 Partijen verschillen van mening in hoeverre Dexia gehouden is de door de consument gestelde schade te vergoeden. Bij de beoordeling van dit geschilpunt zijn leidend de arresten van de Hoge Raad van 5 juni 2009 en 29 april 2011. Samengevat weergegeven komt het erop neer dat de consument in beginsel tweederde gedeelte van de restschuld voor haar rekening dient te nemen en dat de door de klant betaalde rente niet voor vergoeding in aanmerking komt, tenzij de aandelenleaseovereenkomst naar redelijke verwachting een onaanvaardbaar zware last op de klant legt."
In onze hoorzittingen was die onaanvaardbaar zware last echter in het geheel niet inhoudelijk behandeld, dus moest er een list worden verzonnen. In Tussenuitspraak GCHB 2014-042 op 29 juli 2014 wordt tussen de feiten 2.6 (viii) en 2.7 (x) bij de Geschillencommissie het volgende gefrommeld: "(ix) De inkomens- en/of de vermogenspositie van belanghebbende was bij het aangaan van de overeenkomst naar redelijk verwachting toereikend om de rente en andere kosten te voldoen."
In de einduitspraak GCHB 2015-018 op 2 juni 2015 wordt de leugen in stand gelaten...
Op de andere hoorzittingen komt de specifieke inkomens- en vermogenspositie van desbetreffende klagers evenmin aan de orde, omdat ook daar geen van allen de restschuld had kunnen betalen. Bovendien hebben gedurende de looptijd ook voor de maandelijkse betalingstermijnen zich meerdere malen betalingsproblemen voorgedaan, in GCHB 2014-032 op 15 oktober 2014 zelfs zeer aanzienlijk, terloops vermeld in de feiten: "(iii) De contractuele looptijd eindigde op 27 juli 2008. Belanghebbende heeft de automatische incasso van de maandtermijnen per december 2003 stopgezet. (vi) De betalingsachterstand van Belanghebbende was €23.681,92"
En hoe verklaar je nu vijf jaar betalingsachterstand, terwijl Kifid nog nooit inkomensgegevens heeft gevraagd? Zo dus: "4.5.12 Belanghebbende heeft niet gesteld dat bij onderzoek destijds zou zijn gebleken dat zijn inkomens- en vermogenspositie ontoereikend was. De gemachtigde van Belanghebbende heeft voorts ter mondelinge behandeling in hoger beroep te kennen gegeven dat het aannemelijk is dat indien het bedoelde onderzoek destijds was uitgevoerd, de conclusie zou zijn geweest dat Belanghebbende aan de betalingsverplichtingen had kunnen voldoen"
Een leugen die je vervolgens in de andere uitspraken domweg letterlijk kopieert: GCHB 2014-033 en GCHB 2014-034
Valsheid in akte dus, schrijnend zichtbaar als de uitspraken tot 1 document worden samengesmeed.
Hoewel de rol van Secretaris Jaap Drijftholt (sinds 1999 secretaris bij één van de rechtsvoorgangers DSI) al zeer bedenkelijk is, wordt het echt te zot op moment dat de Commissie van Beroep zelf de boel belazerd, onder voorzitterschap van mr. F.R. Salomons. Bescherming bankwezen, of zou er nog iets anders meespelen?
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
|
||||||||